vrijdag 25 april 2014

THE CATLINS (15-16 Apr 14)

We bevinden ons nu in The Catlins, het zuidelijkste gebied van het Zuidereiland, voor veel Nieuw Zeelanders een onbekende regio.  Daar we ons niet ver van de zee bevinden doen we via een binnenbaai een wandeling naar het strand, want volgens de campinguitbater kunnen er zeeleeuwen zitten.  Na een korte wandeling wordt ons geduld al beloond.  We komen eerst een imposant mannetje tegen dat vlak aan de rand van het water zit, net terug van een zwembeurt.  

Een beetje verder ligt er nog ene, iets minder actief.  Van op een afstand zien we het eerste mannetje terug in het water gaan en we wandelen er een tijdje naast en zien hem met een vin boven steken.  Na een tijdje is hij verdwenen onder water.  Niets vermoedende toeristen die vlak langs het water wandelen, schrikken zich een bult als hij plots opduikt en hen doet verschieten.  Omdat wij hem aan het volgen waren, zagen we dit aankomen.  Je zou denken dat het beest het erom deed, grappig om te zien. 




Terug aan onze camper gekomen vertrekken we naar Jack’s Blowhole.  Na een fikse wandeling komen we aan een machtig gat in de berg, waaronder de golven zich stukslaan tegen de rotsen.  Jammer dat het laag water is , waardoor er niet echt sprake is van een blowhole, maar het donderend geluid van de golven klinkt wel machtig. 

Jack's Blowhole
Verder brengt onze tocht ons nog langs de Purakaunui Falls, een mooie waterval,  genieten we van een prachtig uitzicht bij Florence Hill Lookout om daarna aan te komen bij Curio Bay.  

Purakaunui Falls
We hadden gelezen dat bij het surfersstrand van Porpoise Bay je de kans had de zeldzame Hectors dolfijntjes te kunnen zien.  Na een tijdje gezocht te hebben met de verrekijker zien we er een aantal opduiken vlakbij de rotsen.  

Hector's Dolfijntjes
Ze springen zelfs uit het water.  Prachtig om bezig te zien en zo dicht bij de kant.  Je hebt hier helemaal geen boot nodig om deze schattige beestjes te zien, hebben wij weer eventjes geluk !   Ook ligt er nog een zeeleeuw een beetje rond te dobberen in de golven, ongelooflijk.  

Zonnende Zeeleeuw

Onze volgende halte is “The petrified forrest”. Dit versteende bos bestaat uit resten van boomstammen die nu zichtbaar zijn aan de kust bij laag water. Deze plaats is ook bekend voor een kleine geeloogpinguïn kolonie, maar deze zijn blijkbaar niet thuis vandaag.

Petrified Forest
Gehaald!
Daarna rijden we nog verder door naar het Zuidelijkste puntje van het Zuidereiland, nl Slope Point.  Parkeren onze camper langs de kant van de weg, wandelen door een veld van een boer en komen aan bij het bordje Slope Point, gewoon in the middle of nowhere.  Dit is meteen ook het zuidelijkste punt van onze reis, we bevinden ons hier op 4803 km van de Zuidpool en 5140km van de evenaar, dit is dan ook het verste puntje van België. Na de nodige kiekjes zoeken we een plaatsje voor de nacht, ditmaal gewoon bij een boer die nog wat plaats over had op zijn terrein. 


Is't nog ver?

Na een nachtje vol regen (het erf lijkt nu meer op een modderpoel), gaan we terug op pad.  Brengen een bezoekje aan de vuurtoren Waipapa Point en er is ook een begraafplaats voor de slachtoffers van een scheepsramp in 1881. 

Waipapa Point
 Overal staan er ook waarschuwingsborden dat er zeeleeuwen kunnen zitten.  En inderdaad op het strand ligt er een vrouwtje te rusten en een stukje verder komt er net een bull uit het water.  


Een beetje later zoekt het mannetje toenadering tot het vrouwtje, ze plagen elkaar, echt schattig om bezig te zien, ondanks de gure wind die ons bijna wegblaast.  


Als ze uiteindelijk beide in t slaap vallen, houden we het voor bekeken en rijden we verder naar Bluff.  Het stadje heeft een mooie uitkijkpunt, Bluff Hill, maar door het gure weer valt er niet veel te zien.  

Zicht vanaf Bluff Hill
Dit is ook het vertrekpunt voor de boten naar Stewart Island, maar met dit weer doen we dit maar niet.  Het is ook bekend om zijn Bluff oesters en de specialiteit van de streek zijn gefrituurde oesters met frietjes.  Dit moeten we toch eens geproefd hebben en het smaakt echt lekker.  Na ons buikje gevuld te hebben rijden we verder naar Invercargill, doen de nodige inkopen en rijden dan verder tot Riverbridge waar we nog een wandeling doen in het Mores Forest waar typische Nieuw Zeelandse planten en bomen staan.   


Hier zoeken we ons ook een camping voor de volgende nacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten