We bevinden ons nu in The Catlins, het zuidelijkste gebied
van het Zuidereiland, voor veel Nieuw Zeelanders een onbekende regio. Daar we ons niet ver van de zee bevinden doen
we via een binnenbaai een wandeling naar het strand, want volgens de
campinguitbater kunnen er zeeleeuwen zitten.
Na een korte wandeling wordt ons geduld al beloond. We komen eerst een imposant mannetje tegen
dat vlak aan de rand van het water zit, net terug van een zwembeurt.
Een beetje verder ligt er nog ene, iets
minder actief. Van op een afstand zien
we het eerste mannetje terug in het water gaan en we wandelen er een tijdje
naast en zien hem met een vin boven steken.
Na een tijdje is hij verdwenen onder water. Niets vermoedende toeristen die vlak langs
het water wandelen, schrikken zich een bult als hij plots opduikt en hen doet
verschieten. Omdat wij hem aan het
volgen waren, zagen we dit aankomen. Je
zou denken dat het beest het erom deed, grappig om te zien.
Terug aan onze camper gekomen vertrekken we naar Jack’s
Blowhole. Na een fikse wandeling komen
we aan een machtig gat in de berg, waaronder de golven zich stukslaan tegen de
rotsen. Jammer dat het laag water is ,
waardoor er niet echt sprake is van een blowhole, maar het donderend geluid van
de golven klinkt wel machtig.
![]() |
| Jack's Blowhole |
Verder brengt onze tocht ons nog langs de Purakaunui Falls,
een mooie waterval, genieten we van een prachtig uitzicht bij Florence Hill
Lookout om daarna aan te komen bij Curio Bay.
![]() |
| Purakaunui Falls |
We hadden gelezen dat bij het surfersstrand van Porpoise Bay je de kans had
de zeldzame Hectors dolfijntjes te kunnen zien.
Na een tijdje gezocht te hebben met de verrekijker zien we er een aantal
opduiken vlakbij de rotsen.
![]() |
| Hector's Dolfijntjes |
Ze springen
zelfs uit het water. Prachtig om bezig
te zien en zo dicht bij de kant. Je hebt
hier helemaal geen boot nodig om deze schattige beestjes te zien, hebben wij
weer eventjes geluk ! Ook ligt er nog
een zeeleeuw een beetje rond te dobberen in de golven, ongelooflijk.
![]() |
| Zonnende Zeeleeuw |
Onze volgende halte is “The petrified forrest”.
Dit versteende bos bestaat uit resten van boomstammen die nu zichtbaar zijn aan
de kust bij laag water. Deze plaats is ook bekend voor een kleine geeloogpinguïn
kolonie, maar deze zijn blijkbaar niet thuis vandaag.
![]() |
| Petrified Forest |
![]() |
| Gehaald! |
Daarna rijden we nog verder door naar het Zuidelijkste
puntje van het Zuidereiland, nl Slope Point.
Parkeren onze camper langs de kant van de weg, wandelen door een veld
van een boer en komen aan bij het bordje Slope Point, gewoon in the middle of
nowhere. Dit is meteen ook het zuidelijkste punt van onze reis, we bevinden ons
hier op 4803 km van de Zuidpool en 5140km van de evenaar, dit is dan ook het
verste puntje van België. Na de nodige kiekjes zoeken we een plaatsje voor de
nacht, ditmaal gewoon bij een boer die nog wat plaats over had op zijn
terrein.
![]() |
| Is't nog ver? |
Na een nachtje vol regen (het erf lijkt nu meer op een
modderpoel), gaan we terug op pad. Brengen een bezoekje aan de vuurtoren Waipapa Point en er is ook een
begraafplaats voor de slachtoffers van een scheepsramp in 1881.
![]() |
| Waipapa Point |
Overal staan er ook waarschuwingsborden dat er zeeleeuwen
kunnen zitten. En inderdaad op het
strand ligt er een vrouwtje te rusten en een stukje verder komt er net een bull
uit het water.
Een beetje later zoekt
het mannetje toenadering tot het vrouwtje, ze plagen elkaar, echt schattig om
bezig te zien, ondanks de gure wind die ons bijna wegblaast.
Als ze uiteindelijk beide in t slaap vallen,
houden we het voor bekeken en rijden we verder naar Bluff. Het stadje heeft een mooie uitkijkpunt, Bluff
Hill, maar door het gure weer valt er niet veel te zien.
![]() |
| Zicht vanaf Bluff Hill |
Dit is ook het vertrekpunt voor de boten naar
Stewart Island, maar met dit weer doen we dit maar niet. Het is ook bekend om zijn Bluff oesters en de
specialiteit van de streek zijn gefrituurde oesters met frietjes. Dit moeten we toch eens geproefd hebben en
het smaakt echt lekker. Na ons buikje
gevuld te hebben rijden we verder naar Invercargill, doen de nodige inkopen en
rijden dan verder tot Riverbridge waar we nog een wandeling doen in het Mores
Forest waar typische Nieuw Zeelandse planten en bomen staan.
Hier zoeken we ons ook een camping voor de
volgende nacht.















Geen opmerkingen:
Een reactie posten