Via Twizel rijden we terug in de richting van de kust. Op
onze weg komen we voor het eerst op een plaats waar de Maori een aantal
muurschilderingen hebben aangebracht.
In Duntroon bezoeken we een klein museum
met fossiele vondsten uit lang vervlogen tijden. Zelfs een schedel van een
prehistorische dolfijn behoort tot de curiosa.
Op aanraden van de
museumconservator stoppen we een paar kilometer verderop aan de “Elephant Rocks”
Deze kalkstenen rotsformaties staan in een groene schapenwei en doen ons een
beetje denken aan “Castle Rock” langs de Arthur’s Pass een weekje geleden.
Uiteindelijk is er zee in zicht na veel kronkelige weggetjes
door het binnenland. We stoppen dan maar voor onze lunch aan het haventje van
Oamaru. We kuieren er door een gezellig straatje dat de sfeer uitademt van
begin vorige eeuw, met zijn vele oude
gebouwen is het een toeristische trekpleister.
Om de hoek is er weer een
I-site, dit is de toeristische dienst van NZ. Op hun aanraden rijden we naar een stand waar
je de geel-oog pinguïns aan land ziet komen vanaf de late namiddag. We vatten
post in een observatiehut waar we toch een beetje beschermd staan van de koude
gure wind, na 20 minuten wordt ons geduld beloond met de eerste “landing” van
een pinguïn, heel in de verte weliswaar, maar toch weer een nieuwe soort die we
kunnen toevoegen aan ons palmares, en nog een zeldzame ook.
Na een uur zien we
er opnieuw eentje op het strand marcheren, deze keer heel wat dichter. Na drie
pinguïns en één pelsrob houden we het er voor bekeken. Maar in het dorpje verderop, Moeraki, zouden
er nog meer zitten, en ook nog dichterbij, in de buurt van de vuurtoren. Na wat
zoekwerk komen we bij de vuurtoren aan, het is al aan het schemeren als we aan
onze wandeling beginnen.
Al gauw zien we ons eerste diertje op een paar meter
afstand en iets verder nog een paar, en nog…
We banen ons een weg tussen de NZ
pelsrobben die op een grasveld liggen te suffen en vinden uiteindelijk ook nog twee grappige pinguïns die aan het ruien
zijn. Tijdens deze 24 dagen durende periode krijgen ze een nieuw vederkleed en
zijn ze dus niet “waterproof” genoeg om op vis te jagen. Er zit dan niks anders
op dan te vasten en elkaar een beetje te helpen “pluimen”.
Niet ver van de vuurtoren rijden we op een camping want het
is alweer donker, de dagen zijn veel te kort hier.








Geen opmerkingen:
Een reactie posten