woensdag 30 april 2014

De ruige WEST COAST tot MURCHISON (25 Apr 14)

Na al onze avonturen op de gletsjer vervolgen we nog in de namiddag onze weg verder.  


Deze loopt langs een mooi stukje regenwoud langs de kust tot we uiteindelijk aankomen in Hokitika.  Dit stadje is bekend om zijn Jade, een mooie groene steen waar allerlei juwelen uit gemaakt worden.  We checken in en doen nog even een wandeling op het strand.  We zien een waarschuwingsbord dat hier af en toe blauwe pinguïns gesignaleerd worden bij schemering.  We zetten ons op een boomstam en speuren de zee af, maar jammer we krijgen er geen te zien.  Wel zien we een aantal voetafdrukken van deze mannekes.   Aan de overkant van de camping begint er een korte wandeling naar de Glow Worm Dell.  Het is ondertussen donker en we willen nog wel eens gloeiwormpjes zien, dus gaan we op pad.  En ja hoor de wanden van de berg hangen vol met kleine lichtjes, heel mooi en sfeervol om te zien.   Beter dan het wolkendek, want daar vallen weeral de eerste druppels terug uit.

De volgende dag rijden we verder en doen een stop te Greymouth, maar afgezien van een grote bruine rivier is er niet veel te zien.  Uiteindelijk komen we aan te Punakaiki met zijn bekende Pancake rotsen. 


Deze rotsen lijken op plakjes pannekoeken op elkaar, ontstaan door erosie.  




Heel mooi om te zien.   Onderweg komen we ook nog een aantal aalscholvers en Weka’s tegen (een typische loopvogel van hier).  

Weka















Daarna rijden we verder richting Westport en gaan we op zoek naar de pelsrobbenkolonie die zich op Cape Foulwind zou bevinden.  Inderdaad na een mooie aangelegde wandeling komen we op een uitkijkplatform en zien we een aantal pelsrobben liggen suffen en een aantal kleintjes zijn aan het spelen.  

Robbie de Rob
De meeste dragen een tag aan hun vin voor monitoring.  Na onze portie robben verlaten we de kust en rijden we verder door de Buller Gorge die de Buller rivier volgt. 

Buller River
Een hele mooie kronkelende weg met mooie uitzichtpunten.  Op een gegeven moment komen we voorbij een half verdwenen berg veroorzaakt door een aardbeving in 1929 en 1968.   

Zonder handen!
We maken nog een stop aan de Buller Gorge Swingbridge, dit is de langste hangbrug van 110 meter.  Hier moeten we natuurlijk eens over wandelen.  Best wel smal en niet naar beneden kijken is de boodschap!  Aan de overkant aangekomen doen we nog een korte wandeling en keren terug langs dezelfde weg yiha.
Na al dit spannends stoppen we te Murchison, waar we een Kiwi camping zoeken voor de nacht. 



Met handen!






















dinsdag 29 april 2014

FOX EN FRANZ JOZEF Gletjsers, we begeven ons op glad ijs (22-24 Apr 14)

We staan vroeg op om te telefoneren naar Heli Glacier Flight, met deze organisatie kun je een Heli Hike doen op de Franz Jozef gletsjer. Maar als we bellen zijn de weersvoorspellingen te slecht in de namiddag om te kunnen vliegen, dus hebben we tijd om rustig tot ginder te rijden. 

Monro Walk
Onderweg maken we dan ook een stop voor een mooie wandeling door een stuk regenwoud. Geen warm regenwoud zoals we dit kennen van in de tropen maar de koudere versie ervan. We starten voor een 1,5u durende track naar Monro Beach aan het Moeraki meer maar na een uurtje moeten we rechtsomkeer maken, een grote boom versperd ons de weg en het regenwoud is zo dicht begroeid dat er geen doorkomen aan is. We volgen nog eventjes een ander wandelpad en keren uiteindelijk terug. 


















Tegen 11u00 staan we aan de voet van de Fox Glacier. Vanaf de parking is het een half uurtje wandelen naar het uitkijkpunt op de gletsjer. Het laatste stuk gaat stevig naar boven, een echte kuitenbijter. Op het eindpunt staan we nu op 200 meter van de gletsjer, tijd voor de nodige kiekjes. 

Fox Glacier
Fox Valley
Terug in de camper eten we een hapje voor we verder rijden naar de Franz Jozef Glacier, zo’n 25 km verderop. We boeken er voor deze avond een Kiwi Tour in de hoop een echte Kiwi in het wild te kunnen zien. We laten ons ook inschrijven voor de Heli Hike de volgende dag in de hoop op beter weer.
We vinden een leuke camping waar we, als het ware, in het regenwoud staan. Nog even iets eten en dan snel door naar Okarita. We hebben er een afspraak met Ian, een bijzondere figuur. De man is al meer dan 15 jaar bezig met het observeren van Kiwi’s in het nabijgelegen natuurpark. Er zijn zo’n vijf verschillende soorten Kiwi’s maar wij zijn op zoek naar de zeldzaamste van allen, de Bruine Kiwi, er zijn er momenteel nog maar 485 exemplaren in het wild en sterk met uitsterven bedreigd. De loopvogel is een nachtdier en heeft een territorium van twee vierkante kilometer in dicht begroeid regenwoud. Je begrijpt het al, de spreekwoordelijke naald in een hooiberg is hier zeker van toepassing, ware het niet dat… zo’n 180 van deze Kiwi’s een zendertje om de poot hebben en dus met de nodige apparatuur te “horen” zijn. Ian loopt dus langs wandelpaden met een antenne in de hand op zoek naar een signaal. Hij volgt in totaal 6 Kiwi’s in het bijzonder, die hebben zelfs een naam zoals Fancy, Joleen en BZ. Aangezien de beestjes ook nog lichtschuw zijn lopen we op een rijtje achter Ian met een heel klein zaklantarentje, als kabouters in het bos. Het is een heldere hemel en we zien voorlopig in elk geval meer sterren dan Kiwi’s, het is ondertussen al 21u00 en we zijn al vier uur door het bos aan het dwalen. 


Maar Ian heeft ons verwittigd, om een Kiwi te spotten heb je geduld nodig, heel veel geduld. We horen het krijsen van de vogels in de verte, en weten dat ze in de buurt zitten door hun zendertje maar ze willen maar niet uit het struikgewas komen. Op een bepaald moment zijn ze zo dichtbij dat we het geritsel van hun poten in het struikgewas horen, op een paar meter afstand, maar als Ian zijn zaklamp met rood licht aansteekt zien we…niets, niets wat maar lijkt op deze rare vogel.
Maar ineens hebben we contact met Joleen, ze loop vijftig meter paralel met ons wandelpad maar komt niet tevoorschijn, even zien we haar lange snavel in het rode licht uit het struikgewas piepen. Even later loopt ze het pad over naar de andere kant en zien we ze rondhuppelen als een bange haas voor ze haar pad kiest. Onze vijf uur rondwandelen in het bos worden uiteindelijk beloond, ook Ian zei dat het deze keer niet simpel was. Door de twee vorige wandelingen en deze hadden we dus aardig wat kilometer in de benen, tijd dus voor platte rust.

Dag twee staat er al weer een wandeling op het programma. We willen de Franz Jozef gletsjer eens van dichterbij bekijken en daarvoor moet je nu eenmaal een uurtje wandelen. Deze keer lopen we door de brede rivierbedding van het smeltende gletsjerijs, mooi vlak dus. Langs de weg is er een mooie 3-delige waterval te zien.


Op 500 meter van de gletsjer stopt het wandelpad. Het is ook te gevaarlijk om verder te gaan, ijs valt naar beneden, en in de verte zien we ook wat rotslawine’s, de natuur is hier continu in beweging. 

Franz Jozef Glacier
Ondertussen stapelen dichte wolken zich boven onze hoofden op. De helicopters die rondvluchten doen met toeristen zijn er ook mee opgehouden. Als we terug in het stadje zijn wordt ons vermoeden bevestigd, geen vluchten meer voor vandaag, te slecht weer. We beslissen dan maar om nog een dagje langer te blijven en boeken voor de volgende dag onze tocht, laatste kans.
In de namiddag springen we in de Glacier Hot Pools, op een paar minuutjes van de camping. In deze drie baden is het water tussen de 36° en 40°C en is het dus heerlijk relaxen.

Onze laatste dag krijgen dan toch mooi weer en kunnen we onze wandeling op het ijs maken. Voor we vertrekken krijgen  we nog een speciale uitrusting die bestaat uit stapschoenen en een set metalen pinnen die we eens boven aan de schoenen moeten bevestigen.  We zijn nu klaar om te vertrekken, maar er is ineens weer overleg in de crew, go or no go? De gletsjer ligt maar op zeven kilometer van de zee en vanaf het middaguur stapelen de wolken zich op die vanuit zee aangevoerd worden, dat is het nadeel van een hoge berg zo dicht bij de zee, maar uiteindelijk krijgen we toch een GO.

Co-piloot Els
Met zes kruipen we in de heli die ons vanuit het dal naar een hoogte van 800 meter brengt. De heli maakt, na een vlucht van 10 minuten, een landing op het gletsjerijs waar de gids al op ons staat te wachten. 

Gletsjer vanuit de heli
Zonder ijzers onder onze voeten lijken we wel een stel pinguïns die schoorvoetend over het ijs waggelen naar het verzamelpunt. We krijgen een korte briefing en met wat hulp hebben we nu ook onze beugels onder de schoenen gebonden, het is eventjes wennen, maar wat een verschil! 

Amaai mijn voeten

We zijn klaar voor het gladde ijs, zonder slipgevaar! Met de gids voorop wandelen we langs verschillende bizarre sculpturen in het gletsjerijs gevormd door de jaren heen. Soms een klein ijsgrotje, dan weer een spectaculaire waterval, wat een wondere wereld. 

Yeti voor de grot
Nu we wat meer zelfvertrouwen hebben en het ijswandelen onder de knie hebben kiest de gids ook een pittiger trajectje uit met veel niveauverschil, maar we doen het allemaal prima en gaan niet op de bek. 


De twee uurtjes wandelen vliegen voorbij en al snel is het terug pick-up time voor de helicopter, zonder beugels glijden we naar de heli en even later staan we weer op begane grond in de vallei en is ons onvergetelijk avontuur alweer afgelopen. 

Yihaa!!

We belonen onszelf met een lekkere hamburger en frietjes (The big Landing Burger) alvorens onze weg verder te zetten.


maandag 28 april 2014

QUEENSTOWN, hoofdstad van de adrenaline (20 - 21 Apr 14)

We rijden van Te Anau naar Queenstown, onderweg stoppen we nog een aantal keer aan Lake Wakatipu. Door de atmosferische druk zou het waterniveau op 5 minuten tijd 12 cm in niveau veranderen, en dit voor een meer van 300 km2 ! 

Lake Wakatipu
De Maori verklaren dit fenomeen door een reus die op de bodem van het meer slaapt en ademt, vandaar het ademende meer. Als we aan de oever staan zien we in de verte Queenstown al liggen. We rijden nog even voorbij het kantoor van Britz voor een controle van de camper. Het lichtje van de motorstoring blijft branden en dat verontrust ons wel een beetje. Na een uurtje kunnen we weer verder en is het probleem opgelost.
Het is een drukte van jewelste in de stad, maar ja, het Paasweekend duurt hier dan ook vier dagen, want Good Friday is hier ook een feestdag.
Maar één outdoor activiteit moet je hier toch gedaan hebben en er is keuze genoeg, zowel ter land, ter zee als in de lucht, gaande van bunjeejumpen, skydiven, raften, jetboaten, kayaken, jetski tot in de winter diepsneeuwskiën. Uiteindelijk kies ik voor een tripje met een jetboat. Ook dan is er keuze genoeg maar uiteindelijk kies ik voor de Shotover Jetboat. Deze firma is bekend om adembenemende vaarstijl door de smalle kloof van de Skippers Canyon. 

Skippers Canyon

Met deze firma maakten de Royals vorige week ook een tochtje, dan zal het wel in orde zijn dacht ik. Vanaf het centrum van de stad rijdt er een shuttlebus naar de canyon. Daar krijg je na de nodige veiligheidsbriefing een waterproof jasje en een reddingsvest aangemeten. 



En dan stap je in de boot, samen met 13 andere passagiers. Ik kan op de voorste rij naast de “piloot”, met het risico een beetje nat te worden, maar dat maakt niks uit. De dolle rit duurt maar 25 minuten maar we scheuren dan ook volle snelheid langs de rotsen van de canyon en maken regelmatig een volledige spin ter plaatse, een 360° graden bocht als het ware. 


Goed vasthouden en schrap zetten met de voeten is de boodschap, dit is echt kicken. Soms overstemt het gillen van enkele dames het geronk van de twee V8 motoren, samen 750Pk sterk. Veel te snel is deze tocht voorbij, maar zoals bij een kermisattractie staat de volgende lading passagiers al ongeduldig op de kant te wachten. 


Nog snel even langs de souvenirschop want de volledige rit is met een camera opgenomen en dit wil ik wel op DVD. Daarna gaat het met het busje terug naar de stad waar Els ondertussen anderhalfuur ongestoord heeft kunnen shoppen, een veiligere keuze, maar niet voor haar Visa kaart misschien. Het is echt gezellig in de stad en we eten er een overheerlijke pizza bij Winnie. Als we laat een camping zoeken is het moeilijk om nog een vrij plaatsje te vinden. De camping lijkt wel één grote parking van campers, zo dicht staat iedereen bij elkaar.

De volgende morgen ontbijten we bij Voodoo, ook een bekende zaak in de stad, hun specialiteit zijn pancakes met cranberries, dat is smullen. We rijden nog even langs aan de Skippers Canyon voor een paar foto’s en om Els te tonen waar de hele actie gisteren plaatsvond. We maken er nog een wandeling langs de kolkende rivier tot het punt waar er een tunnel uit de berg is gehouwen van 170m lang, in de jaren dat de goudzoekers hier in de rivier nog veel goud vonden. Nu wordt de tunnel alleen nog gebruikt door de rafters die erdoor varen en op het einde van de tunnel worden uitgespuwd langs een kleine waterval. 



Als we nou meer tijd hadden dan zou dit zeker het volgende zijn wat ik zou doen. En Els, tja, waarschijnlijk nog een beetje shoppen? Maar we zijn hier snel weg, voor de adrenalineverslaving weer toeslaat.
In de namiddag rijden we verder richting Haast. Onze lunch nemen we in het Cardrona Hotel. 


Dit gezellige hotel ligt in het gelijknamig stadje waar je de romantiek van de goudzoekersperiode nog kan inademen. Na ons soepje rijden we de pas op en rijden langs verschillende meren tot we een wandeling maken naar de "Blue Pools". Daar kan je vanaf de hangbrug forellen zien zwemmen in het helder blauwe water van de rivier.



Blue Pools
Verder op onze weg langs de pas maken we halt bij een paar watervallen voor we bij valavond het kleine dorpje Haast bereiken.

Fantail Falls

Thunder Creek Falls