donderdag 30 januari 2014

FRASER ISLAND, het grootste zandduineiland ter wereld (24 Jan 14)

Om 0730hr stopt er een grote 4X4 bus voor de ingang van onze camping, met onze dagrukzak, fototoestel en verrekijker stappen we in. Het is een half uurtje rijden van Hervey Bay naar de pier waar we de ferryboot naar Fraser Island nemen. Op de kade staan enkel vierwielaangedreven auto’s te wachten, de meesten laten lucht uit hun dikke terreinbanden.  Na 40 minuten varen komen we aan en stappen terug in onze robuuste bus. Onze chauffeur/gids voor vandaag is Steve, hij begroet ons allen met “Hi guys, fasten your seatbelts at all times, guys”.  Een paar minuten later weten we waarom we best onze gordel dragen, het heeft al 6 maanden niet geregend op het eiland en de zandwegen (want er zijn geen asfaltwegen) liggen er heel slecht bij.  Dit is echt het terrein en ook wel de speeltuin voor de 4WD voertuigen, gewone 2-wiel aangedreven auto’s mogen niet op het eiland. Het eerste traject reden we naar Eurong, het commerciële centrum van het eiland, met een hotel, een restaurant, een bakkertje en zelfs een postkantoor. Na een korte (plas)pauze reden we het nabijgelegen strand op, 75-Mile Beach. Inderdaad, dit strand is dus 120km lang en beslaat de volledige oostkust van het eiland. Het strand is zelfs een officiële Highway met snelheidsbeperkingen en de plaatselijke politie doet er ook radarcontroles! 

75-Mile Beach



We rijden zo’n uurtje tot we aankomen bij de “Colored Rocks”, een mooie rotsformatie met verschillende tinten bruin-oranje, ontstaan door oxidatie en erosie. 

Colored Rocks


















Een paar foto’s later maken we rechtsomkeer richting “SS Maheno”, de restanten van een luxe-passagierschip dat 70 jaar geleden strandde op de 75-Mile Beach. Ook dit levert weer een paar leuke plaatjes op. 

SS Maheno



We vervolgen onze weg verder en plots roept Steve, Dingo! En wij denken Bingo! Deze wilde hond zie je maar zelden in het wild, maar op Fraser is er nog een populatie van om en bij de 300 dingo’s. De bus vertraagt en we kunnen het dier door het raam fotograferen. De volgende halte is bij Eli Creek, dit zoetwaterriviertje komt uit op het strand en het is heerlijk zwemmen in het frisse kristalheldere water.  Zelf kies ik voor de boardwalk langs de rivier terwijls Els zich een stukje laat meedrijven. Terug aangekomen bij het strand spotten we terug, dezelfde Dingo, deze keer was hij aan het drinken van het riviertje en dus konden we hem beter observeren, mooi beestje, wel een beetje mager, maar eten toestoppen is ten strengste verboden!

Dingo




















Tijd voor onze middaglunch in Eurong, een verzorgd buffet staat op ons te wachten. Na de korte middagpauze rijden we door naar Central Station, geen treinstation, maar de plaats waar een oude nederzetting was voor houthakkers, het binnenland van het eiland is dan ook begroeid met grote bomen waar vroeger heel wat in werd gekapt. Deze plaats is ook het vertrekpunt voor een wandeling naar “Wanggoolba Creek” een oud stukje origineel regenwoud, waar we over een houten wandelpad de glasheldere rivier volgen. We spotten er ook nog een  “Carpetsnake” langs het pad.

Wanggoolba Creek

Onze laatste stop, na heel wat heen en weer geschommel in de bus over de met diepe kuilen bezaaide zandwegen, is bij Lake McKenzie. Dit grote zoetwatermeer heeft zelfs een zandstrand en het is er heerlijk zwemmen. 

Lake McKenzie


Tegen 1700hr moeten we terug inschepen op de ferry maar eerst nog 45 minuten hobbelen en schokken natuurlijk.
Tegen 1830hr waren we terug bij onze camping, “Thanks Steve”, “No worries guys”.






             
 

       

  


woensdag 29 januari 2014

BUNDABERG, gimme a bottle of rum (23 jan 14)

Na veel te weinig slaap werden we wakker met zicht op zee en klassieke muziek op de achtergrond. De muziek kwam uit de openstaande ramen van onze overbuur, blijkbaar een liefhebber van de Australische versie van Klara.


We besloten na het ontbijt terug een kijkje te nemen op het strand van Mon Repos. De sporen van de schildpadden waren goed zichtbaar in het zand. 

Tracks


Toch raar, wetend dat duizenden eieren hier begraven liggen en na acht weken komen de kleintjes ’s nachts uit het zand gekropen om op een onhandige manier naar de zee te rennen. Tragisch genoeg overleeft slechts 1 op 1000 schildpadjes het en komt zelf 30 jaar later naar het strand van Mon Repos terug om z’n eitjes te leggen…
We reden na onze wandeling verder door naar Bundaberg, op zich niet veel bijzonder, behalve dan dat het de hoofdstad  van het suikerriet is en niet onbelangrijk, ook de thuis van de bekendste Australische rum met dezelfde naam, Bundaberg, “Bundie” voor de vrienden.

Bundaberg Rumfactory

We maakten er op het middaguur een rondleiding en kregen een overzicht van het proces van melasse, water en gist, de drie basisproducten, tot de bottelarij. Het was er zeer warm, en dus krijgt ne mens dorst, veel dorst..dus konden we al dit lekkers ook nog eens proeven, vooral de op eiken vaten gerijpte rum beviel me wel…

Geen commentaar

Na het proeven in de bar konden we aansluitend shoppen in de bijhorende winkel, Els kwam buiten met een T-shirt, zelf gaf ik de voorkeur aan “”a bottle of rum”. Sinds die dag is mijn avondritueel in Australië een beetje veranderd, elke avond aperitief ik dan maar met mijn nieuwe vriend “Bundie”. Jammergenoeg kun je het spul in Europa niet kopen, wel in Nieuw-Zeeland, ik moet dus voorlopig nog geen afscheid nemen van Bundie.

Na een heel lange middagpauze neemt Els het stuur van de Camper (verstandigst) en rijden we door naar Hervey Bay. We vinden er een leuke camping met vriendelijke uitbaters en boeken ook ter plaatse een tochtje naar Fraser Island, het grootste zandduineiland ter wereld, maar dat is voor morgen.

MON REPOS Beach, en de schildpaddenkolonie (22 Jan 14)


We reden van Marlborough richting Rockhampton en zagen zo’n 23km voor Rocky, zoals de Ozzies zeggen, een bordje naar de Capricorn Caves. We verlaten de Bruce Highway en rijden door het dorpje “The Caves”. De kalkstenen grotten bevatten een grottenstelsel, vol boomwortels die zich door de stenen hebben geduwd. 

Capricorn Caves

Bijschrift toevoegen


We deden er een begeleide rondgang van een uurtje door “bevroren” rivieren en langs grotkoralen. Door indirecte verlichting  zag je met een beetje fantasie allerlei vormen en monsters opdoemen uit het donker. We eindigden de rondleiding in “The Cathedral” , een enorme ruimte met orgelpijpen en een preekstoel uit kalksteen en stalagmieten. We zaten er eventjes om te luisteren naar een liedje van Leonard Cohen, Hallelujah, dat volledig tot zijn recht kwam door de natuurlijke akoestiek van de ruimte. Om stil van te worden.


Na deze mooie afsluiter ging het verder richting Rockhamptom, de “Beef Town” van Australië, laten we links liggen maar we rijden hier wel over de Steenbokskeerkring (vandaar Capricorn Caves).
Om te ontsnappen aan de saaie Bruce Highway besluiten we om een “Scenic Route” te volgen naar Yeppoon om daar met zicht op zee te picknicken. De tocht was een serieuze omweg voor de paar mooie uitzichten onderweg en we kwamen dan ook net op tijd aan op onze hoofdbestemming van de dag, het strand van Mon Repos. Geen “repos” voor ons en na een snelle hap is het 1845hr, tijd om aan te schuiven voor ons ticket naar het strand. Na het inchecken hebben we weer tijd genoeg want we zijn bij groep 5, de laatste groep die onder begeleiding van een ranger op het strand mag om te zien hoe een zeeschildpad eitjes legt in het zand. We hadden een drietal jaren geleden al een gelijkaardig fenomeen kunnen meemaken op “Turtle Island” in het Noorden van Borneo, maar het is zo iets speciaal dat we deze kans ook niet wilden missen.


Tegen 2130hr werd onze groep (30 personen) verzameld en wandelden we in het pikkedonker naar het stand, waar we getuige waren van het leggen van 125 eieren door een “Loggerhead” (onechte karetschildpad) schildpad. Dit was ook weer eventjes het National Geographic gevoel om zoiets mee te maken.


Nadien konden we zelf ook nog de handen uit de mouwen steken, de eieren waren te dicht bij de vloedlijn gelegd en moesten verplaatst worden hogerop het strand, voorzichtig schoven we aan om de broze eitjes te transporteren.

Els met kostbare vracht
Ranger graaft eitjes uit



Tegen 0100hr ’s morgens vertrokken we met onze camper op zoek naar een geschikt plaatsje in het “wild”, want voor een camping was het al veel te laat. We vonden een leuk plekje met zicht op zee nog wel waar we als een blok in slaap vielen. Doel geslaagd, weer een leuk zeldzaam beestje gezien…


EUNGELLA NATIONAL PARK, op zoek naar de Platypus (21 Jan 14)

We leggen de resterende 100km af van de in totaal 160 km lange tocht over kronkelende wegen richting Eungella National Park (uitgesproken Jongella) om uiteindelijk aan te komen bij de Broken River.  Dé plaats voor het spotten van de zeldzame Platypus (NIET uitspreken als Platte Poes), beter bekend onder zijn Nederlandse benaming, Vogelbekdier.
Dit beestje is natuurlijk ook weer met uitsterven bedreigd maar aan het aangelegde pad langs de Broken River zijn ze regelmatig te spotten.  

Broken River Eungella N.P.

Het duurde dan ook niet lang tot we het 40cm lange diertje hadden zien rondzwemmen in de rivier. Het kwam eventjes aan de oppervlakte om te ademen en maakte dan een perfecte eendenduik om een paar minuutjes later weer lucht te komen happen. 

Platypus, vogelbekdier

Zoetwaterschildpad




Tijdens de apnoe kun je de luchtbelletjes uit z’n vacht aan de oppervlakte volgen. Het beestje woelt eigenlijk met z’n platte eendenbek over de boden van de rivier op zoekt naar kleine wormpjes en zoetwaterkreeftjes. We blijven het vogelbekdier volgen foeragerend door het water en spotten ondertussen ook nog een Aalscholver, een Azure Kingfisher en een aantal zoetwaterschildpadden. 


Aalscholver

We zien heel wat andere toeristen komen…en gaan…zonder succes…geduld is toch soms een schone deugd…

We namen afscheid van dit grappig beestje en reden verder richting strand voor een picnic waarna we onze weg vervolgden richting Marlborough om daar onze camper en onszelf de nodige rust te gunnen.