CHIANG MAI, het Noorden van Thailand (05 - 10 Okt 13)

De volgende dag met de fiets de stad een beetje verkend en een aantal uitstappen geboekt , waaronder een tripke naar de hoogste berg van Thailand, de Doi Inthanon (lekker koel op 2600 meter hoogte).

Nog even een tussenstop met nog een bezoekje aan een markt van een bergstam waar ze allerlei gedroogde vruchten verkochten, kleurig en lekker.

Er stonden ook een aantal indrukwekkende watervallen zoals de Wachirathan Waterval op het programma.

Op 09 Okt 13 vertrokken we een 2-daagse trekkingtocht in de jungle, spannend. We werden opgepikt met een oud busje en ja hoor onderweg  kwam er plotseling rook vanonder de zetel van onze gids. Iedereen eruit, blijkbaar had chauffeur water bijgevuld, maar vergeten de radiatorstop er terug op te plaatsen …

Gewacht op vervangwagen, een pick-up, en verder doorgereden. De trekking was best vermoeiend, warm, maar wel een hele mooie omgeving om in te wandelen.  Ons overnachtingskamp (bamboehut, met matras op de grond en muskietennet met grote gaten, gelukkig hadden we onze eigen lakens bij), was gelegen vlakbij waterval alwaar we ons ook een doucheke genomen hebben (Tahitidouche).

Ons “basiskamp” was gelegen op 900 meter en gevoelig koeler dan de stad en er zaten ook geen muskieten wat wel aangenaam was.   Na een lekker maaltje bereidt door de dorpelingen, zalig geslapen met het geluid van honderden krekels op de achtergrond.

De volgende dag begonnen met een verfrissend watervalleke en na het klassieke ontbijt (ei met toast) terug op pad met onze gids.   Na het nodige gezweet en 1,5hr later aangekomen bij een andere waterval en zalig gezwommen.

Nog even doorgebeten en aangekomen voor onze lunch.   Hier ging de rest van de groep verder naar een “Elephant trekking camp”  met een pick-up en wij kregen een andere gids voor het laatste stuk.  Tja, de oudjes van de groep (wij dus) te voet verder. Deze gids wist heel veel af van de inheemse vegetatie en heeft ons het nodig bijgebracht en laten proeven (o.a. niet commerciële bananen met pitten, sterfruit, bedelnootbladeren en vruchten die zouden helpen tegen malaria). Ook brak hij bepaalde stengels af , waar je met het sap belletjes kon blazen.   Na een wandeling van 40 minuutjes tussen de rijstvelden kwamen we bij de rest van de groep aan.

Samen reden we naar de rivier voor een rustig tochtje “bamboo rafting “, wat een leuke afsluiter was van deze 2-daagse hiking trip.
Daarna met pick-up terug naar ons hotel, alwaar een warm doucheke goed deed aan onze vermoeide spieren.