maandag 24 februari 2014

KANGAROO ISLAND, meer dan alleen kangoeroe's (20 – 21 Feb 14).

Om 06u45  staan we met onze kleine rugzak klaar aan Central Bus Station voor onze trip naar Kangaroo Island. We zijn nog moe want de jonge backpackers in ons hostel houden er een ander levensritme op na.  Zoals andere zoogdieren in Australië behoren ze tot de nachtdieren, overdag zijn ze zelden te zien maar eens het donker wordt hoor je ze lachen en luid praten onder invloed van de goedkoopste witte wijn uit de al even goedkoopste supermarkt.

Onze bus rijdt in zuidelijke richting van Adelaide naar Jervis Bay, een rit van 2,5 uur, langs eenzame stranden en stille heuvellandschappen, kenmerkend voor dit deel van de Fleurieu Peninsula.  We schepen in op de Sealink Ferry die ons op 45 minuten naar Penneshaw brengt. Daar staat weer een andere bus te wachten en worden we ingedeeld in een kleine groep van 12 mensen die ook een tweedaagse trip hebben geboekt.  Met onze gids en chauffeur, Dick, een kranige kerel die iedereen op het eiland lijkt te kennen (4.500 inwoners), hebben we zeker niet te klagen.


Het eiland is met een lengte van 150 km en een breedte van 60 km het op twee na grootste eiland van Australië en vooral bekend voor rijk geschakeerde dierenwereld. Kangoeroes die op het vaste land praktisch zijn uitgestorven zoals Tammer –wallaby’s, koala’s, robben en zeeleeuwen kunnen er worden geobserveerd, spannend.
Dus we rijden dan maar naar onze eerste stop met wildlife, een imker met Ligurische bijen, Clifford’s Honey Farm en een bijhorend winkeltje met honing, minder spannend.
Zonder eigen vervoer ben je natuurlijk afhankelijk van wat de touroperators aanbieden, zo is net nu eenmaal, toch even wennen, weg camper, weg vrijheid.
Tijd voor de lunch aan Vivonne Bay waar we een koala in de boom vonden, toch al beter.

Maar het wordt nog beter, we rijden naar Seal Bay Conservation Park, waar we onder leiding van een gids een bezoek brengen aan de kolonie Australische zeeleeuwen. We lopen er tussen de zeeleeuwen op het strand en mogen ze tot op een afstand van 10 meter naderen. De beesten liggen lekker te luieren in de zon en storen zich niet aan onze aanwezigheid. Dat is toch wat anders dan een honingbij zene!

Seal Bay

Hup de bus in en verder naar de Bird of Prey Free-Flight Show. Inderdaad, een “show” met als acteurs een aantal roofvogels gaande van de lokale valk over de kerkuil en de machtig grote arend. We krijgen er een demonstratie van de vlieg- en aanvalscapaciteiten van deze, toch wel, machtige vogels. De uil doet een rondje in het publiek en kan men aaien en andere rovers mag je even met een handschoen op je hand nemen.
Maar de sterren van de dag zijn twee Kookaburra’s die Els eventjes mag vasthouden. De vogeltjes waren waarschijnlijk aangetrokken door de nieuwe Kookaburra oorbellen van Els J.  Toch nog een leuke show dus.

Kiekeboe, ik ben een Kookaburra

We rijden verder naar Kingscote, de hoofdstad van Kangaroo Island met 2000 inwoners om er in de haven te gaan kijken naar het Pelican Feeding. Een vijftig-tal Pelikanen staan al ongeduldig te wachten op hun publiek dat plaatsneemt op de tribune. Nee dus, ze wachten ongeduldig op John, de man die dagelijks een grote bak met visafval meebrengt om deze dieren te verwennen op een feestmaal. Leuk om op een metertje van een pelikaan te kunnen zitten om dit schouwspel te zien. Die hebben pas een grote bek!


We keren tegen de avond terug naar Penneshaw waar we logeren in Hotel Seaview, en ja, we hebben er een prachtige kamer met TV, dat is lang geleden, en natuurlijk zeezicht. Na het zwembad en de sauna is het tijd voor een hapje in het plaatselijke restaurant. Op onze avondwandeling gaan we, met een zaklamp in de hand, langs de kust voor het hotel op zoek naar de kleine pinguïns. We zien er geen enkele, jammer, volgens de eilandbewoners zijn ze allemaal ten prooi gevallen van de Nieuw-Zeelandse robben die er voor de kust jagen. De begeleide wandelingen met een “ranger” zijn er een half jaar geleden gestopt, nu weten we waarom.

Heerlijk zo’n ontbijtbuffet, ook lang geleden, maar veel tijd is er niet want Dick staat al met z’n dikke bus voor de deur van het hotel te wachten.
Eerste stop, geen honing vandaag, maar de “Emu Ridge Eucalyptus Oil Distillery. In dit bedrijfje (lees museum) wordt op artisanale wijze olie gedistilleerd uit een bepaalde soort Eucalyptus boom, de Mallee Tree. Deze boom bevat het hoogs

te gehalte aan olie, het wondermiddel voor allerlei kwaaltjes, hmm, misschien moet ik er maar een liter van kopen om mijn heupen te smeren. Natuurlijk is er ook weer een winkeltje waar je al dit goeds in allerlei vormen kan kopen.

Tamar Wallaby
Vervolgens rijden we naar het Parndana Wildlife Park. Het park is meer een opvangcentrum van gewonde dieren die na hun herstel niet meer in het wild kunnen worden uitgezet maar wel nog een goede oude dag in het park kunnen slijten.
We kunnen er de zeldzame Tamar Wallaby’s zelfs voederen en hun superzachte vacht aaien. We mogen er zelfs de koala’s aaien die ongestoord verder suffen in hun namaak Eucalyptusboom.



Er zit ook een Wombat en een snavelegel, jammer genoeg hebben we deze nog niet in het wild kunnen zien. In de souvenirwinkel komen ze ook nog aandraven met een baby-wallaby, verstoten door zijn moeder en met de papfles grootgebracht. Altijd leuk voor de foto.


Kom in men armen baby!

Het is al weer tijd voor de middaglunch in het Kangaroo Island Wilderness Retreat.

Remarkable Rocks
Na het eten rijden we naar het westen het Flinders Chase National Park binnen. Dit stukje ongerepte natuur dat zo’n 20% van het eiland beslaat staat bekend als prima plaats om dieren gade te slaan. In het park stoppen we aan de “Remarkable rocks”. Een geheel van granieten blokken, door zee en wind tot bizarre vormen gesculpteerd, als een granieten tempel boven de zee uitrijzend. Met een blauwe lucht op de achtergrond zou je hier kunnen blijven fotograferen, maar wij moeten het met grijs stellen.
Pascal Flintstone is thuis
Wilmaa, ons huis stort in!!
Bij Cape du Couedic Lighthouse stoppen we heel even voor een foto van de vuurtoren maar interessanter is onze stop aan Admirals Arch. 
Admirals Arch
Een houten wandelweg daalt af naar en leid ons naar een spectaculaire boog gevormd door de erosie van de zee boven de ontstuimige golven. Aan deze rotskust woont ook een grote kolonie New-Zeelandse pelsrobben, maar dat hadden we al gemerkt toen we aan de afdaling begonnen, het is een geur die we al van veraf ruiken. Veel pelsrobben liggen op de rotsen te luieren en we zien ook een moeder met kleintje liggen, vlak naast een steile afgrond. Sommige robben dobberen in de woeste golven rond alsof het niks is. Dit is echt wel een magische plek maar na een half uurtje moeten we terug de bus op. Met eigen vervoer waren we hier wel wat langer gebleven om te genieten van dit stukje ongerepte natuur. 

Nieuw Zeelandse Pelsrobben
Op de terugweg vinden we nog een zwarte tijgerslang op een metertje van de boardwalk, opgepast deze is giftig!

Zwarte Tijgerslang
We komen al snel bij onze laatste attractie van de dag: koala’s spotten in de bomen bij Hanson Bay Wildlife Sanctuary. De mannen hebben vandaag niet veel zin om zich te laten zien en we vinden er hooguit 4 waar je er op andere dagen wel 20 kan vinden.

In Penneshaw eten we nog een soepje en wachten op onze ferry van 19u00. Na de boot- en busreis komen we rond 22u30 aan in ons backpackers waar het dagelijkse feestje van de nachtbrakers al begonnen is. We drinken een glaasje mee in de hoop goed te kunnen slapen, maar  zonder succes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten