We rijden door het dorre binnenland waar al in geen maanden
een druppel regen is gevallen. De uitgestrekte weilanden zijn strogeel en zelf
de schapen vinden niet meer genoeg te grazen. Maar langzaam rijden we terug
naar de kust en wordt het landschap toch wat groener. Aan de kust zelf is het
aan het regenen, dat was ook al een tijdje geleden dat we regen hadden. We zijn op weg naar Kiama, bekend voor zijn
blowhole, een plaats waar de woelige zee tegen de rotsachtige kust beukt en
door de kracht het water door een gat in de rotsen perst. Na een beetje zoekwerk
komen we eerst bij de “Little Blowhole”. Ook al de moeite om te zien, het
zeewater spuit er echt metershoog de lucht in. We lunchen er met het uitzicht
op zee in de camper en zijn blij binnen te zitten met dit rotweer.
![]() |
| Little Blowhole |
Ook was er een natuurlijk zwembad gevuld met zeewater en
ondanks het slechte weer kon Els het niet laten van er een zwemmerke in te
doen. Watertemperatuur viel wel mee en
het was machtig om te zien hoe de golven aan de andere kant van de rotsen
tekeer gingen.
We rijden dan maar verder door naar het zuiden want daar zou
het weer beter zijn, volgens de weerberichten.
Uiteindelijk komen we aan te Jervis Bay, bekend voor zijn
mooie zandstranden. We maken er een wandeling op het strand en zoeken een
slaapplaats voor de nacht, liefst met zicht op zee. Op een bepaald moment
rijden we op een “recreation area” waar opvallend veel campers staan. We doen
navraag bij een Frans koppel en je mag er vrij kamperen, we vinden al snel een
leuk plekje met zicht op zee. Tegen de
avond krijgen we ook terug gezelschap van twee Kookaburra’s, blijven toch
prachtige vogels.




Geen opmerkingen:
Een reactie posten