Om 06u45 staan we met
onze kleine rugzak klaar aan Central Bus Station voor onze trip naar Kangaroo
Island. We zijn nog moe want de jonge backpackers in ons hostel houden er een
ander levensritme op na. Zoals andere
zoogdieren in Australië behoren ze tot de nachtdieren, overdag zijn ze zelden
te zien maar eens het donker wordt hoor je ze lachen en luid praten onder
invloed van de goedkoopste witte wijn uit de al even goedkoopste supermarkt.
Onze bus rijdt in zuidelijke richting van Adelaide naar
Jervis Bay, een rit van 2,5 uur, langs eenzame stranden en stille
heuvellandschappen, kenmerkend voor dit deel van de Fleurieu Peninsula. We schepen in op de Sealink Ferry die ons op
45 minuten naar Penneshaw brengt. Daar staat weer een andere bus te wachten en
worden we ingedeeld in een kleine groep van 12 mensen die ook een tweedaagse
trip hebben geboekt. Met onze gids en
chauffeur, Dick, een kranige kerel die iedereen op het eiland lijkt te kennen
(4.500 inwoners), hebben we zeker niet te klagen.

Het eiland is met een lengte van 150 km en een breedte van
60 km het op twee na grootste eiland van Australië en vooral bekend voor rijk
geschakeerde dierenwereld. Kangoeroes die op het vaste land praktisch zijn
uitgestorven zoals Tammer –wallaby’s, koala’s, robben en zeeleeuwen kunnen er
worden geobserveerd, spannend.
Dus we rijden dan maar naar onze eerste stop met wildlife,
een imker met Ligurische bijen, Clifford’s Honey Farm en een bijhorend
winkeltje met honing, minder spannend.
Zonder eigen vervoer ben je natuurlijk afhankelijk van wat
de touroperators aanbieden, zo is net nu eenmaal, toch even wennen, weg camper,
weg vrijheid.
Tijd voor de lunch aan Vivonne Bay waar we een koala in de
boom vonden, toch al beter.

Maar het wordt nog beter, we rijden naar Seal Bay
Conservation Park, waar we onder leiding van een gids een bezoek brengen aan de
kolonie Australische zeeleeuwen. We lopen er tussen de zeeleeuwen op het strand
en mogen ze tot op een afstand van 10 meter naderen. De beesten liggen lekker
te luieren in de zon en storen zich niet aan onze aanwezigheid. Dat is toch wat
anders dan een honingbij zene!
 |
| Seal Bay |
Hup de bus in en verder naar de Bird of Prey Free-Flight
Show. Inderdaad, een “show” met als acteurs een aantal roofvogels gaande van de
lokale valk over de kerkuil en de machtig grote arend. We krijgen er een
demonstratie van de vlieg- en aanvalscapaciteiten van deze, toch wel, machtige
vogels. De uil doet een rondje in het publiek en kan men aaien en andere rovers
mag je even met een handschoen op je hand nemen.
Maar de sterren van de dag zijn twee Kookaburra’s die Els
eventjes mag vasthouden. De vogeltjes waren waarschijnlijk aangetrokken door de
nieuwe Kookaburra oorbellen van Els
J.
Toch nog een leuke show dus.
 |
| Kiekeboe, ik ben een Kookaburra |
We rijden verder naar Kingscote, de hoofdstad van Kangaroo
Island met 2000 inwoners om er in de haven te gaan kijken naar het Pelican
Feeding. Een vijftig-tal Pelikanen staan al ongeduldig te wachten op hun publiek
dat plaatsneemt op de tribune. Nee dus, ze wachten ongeduldig op John, de man
die dagelijks een grote bak met visafval meebrengt om deze dieren te verwennen
op een feestmaal. Leuk om op een metertje van een pelikaan te kunnen zitten om
dit schouwspel te zien. Die hebben pas een grote bek!
We keren tegen de avond terug naar Penneshaw waar we logeren
in Hotel Seaview, en ja, we hebben er een prachtige kamer met TV, dat is lang
geleden, en natuurlijk zeezicht. Na het zwembad en de sauna is het tijd voor
een hapje in het plaatselijke restaurant. Op onze avondwandeling gaan we, met
een zaklamp in de hand, langs de kust voor het hotel op zoek naar de kleine
pinguïns. We zien er geen enkele, jammer, volgens de eilandbewoners zijn ze
allemaal ten prooi gevallen van de Nieuw-Zeelandse robben die er voor de kust
jagen. De begeleide wandelingen met een “ranger” zijn er een half jaar geleden
gestopt, nu weten we waarom.
Heerlijk zo’n ontbijtbuffet, ook lang geleden, maar veel
tijd is er niet want Dick staat al met z’n dikke bus voor de deur van het hotel
te wachten.
Eerste stop, geen honing vandaag, maar de “Emu Ridge
Eucalyptus Oil Distillery. In dit bedrijfje (lees museum) wordt op artisanale
wijze olie gedistilleerd uit een bepaalde soort Eucalyptus boom, de Mallee
Tree. Deze boom bevat het hoogs
te gehalte aan olie, het wondermiddel voor
allerlei kwaaltjes, hmm, misschien moet ik er maar een liter van kopen om mijn
heupen te smeren. Natuurlijk is er ook weer een winkeltje waar je al dit goeds
in allerlei vormen kan kopen.
 |
| Tamar Wallaby |
Vervolgens rijden we naar het Parndana Wildlife Park. Het
park is meer een opvangcentrum van gewonde dieren die na hun herstel niet meer
in het wild kunnen worden uitgezet maar wel nog een goede oude dag in het park
kunnen slijten.

We kunnen er de zeldzame Tamar Wallaby’s zelfs voederen en
hun superzachte vacht aaien. We mogen er zelfs de koala’s aaien die ongestoord
verder suffen in hun namaak Eucalyptusboom.
Er zit ook een Wombat en een
snavelegel, jammer genoeg hebben we deze nog niet in het wild kunnen zien. In
de souvenirwinkel komen ze ook nog aandraven met een baby-wallaby, verstoten
door zijn moeder en met de papfles grootgebracht. Altijd leuk voor de foto.
 |
| Kom in men armen baby! |
Het is al weer tijd voor de middaglunch in het Kangaroo
Island Wilderness Retreat.
 |
| Remarkable Rocks |

Na het eten rijden we naar het westen het Flinders
Chase National Park binnen. Dit stukje ongerepte natuur dat zo’n 20% van het
eiland beslaat staat bekend als prima plaats om dieren gade te slaan. In het
park stoppen we aan de “Remarkable rocks”. Een geheel van granieten blokken,
door zee en wind tot bizarre vormen gesculpteerd, als een granieten tempel
boven de zee uitrijzend. Met een blauwe lucht op de achtergrond zou je hier
kunnen blijven fotograferen, maar wij moeten het met grijs stellen.
 |
| Pascal Flintstone is thuis |
 |
| Wilmaa, ons huis stort in!! |
Bij Cape du Couedic Lighthouse stoppen we heel even voor een
foto van de vuurtoren maar interessanter is onze stop aan Admirals Arch.
 |
| Admirals Arch |
Een
houten wandelweg daalt af naar en leid ons naar een spectaculaire boog gevormd
door de erosie van de zee boven de ontstuimige golven. Aan deze rotskust woont
ook een grote kolonie New-Zeelandse pelsrobben, maar dat hadden we al gemerkt
toen we aan de afdaling begonnen, het is een geur die we al van veraf ruiken.
Veel pelsrobben liggen op de rotsen te luieren en we zien ook een moeder met
kleintje liggen, vlak naast een steile afgrond. Sommige robben dobberen in de
woeste golven rond alsof het niks is. Dit is echt wel een magische plek maar na
een half uurtje moeten we terug de bus op. Met eigen vervoer waren we hier wel
wat langer gebleven om te genieten van dit stukje ongerepte natuur.
 |
| Nieuw Zeelandse Pelsrobben |
Op de terugweg vinden we nog een zwarte tijgerslang op een metertje van de boardwalk, opgepast deze is giftig!
 |
| Zwarte Tijgerslang |
We komen al snel bij onze laatste attractie van de dag:
koala’s spotten in de bomen bij Hanson Bay Wildlife Sanctuary. De mannen hebben
vandaag niet veel zin om zich te laten zien en we vinden er hooguit 4 waar je
er op andere dagen wel 20 kan vinden.
In Penneshaw eten we nog een soepje en wachten op onze ferry
van 19u00. Na de boot- en busreis komen we rond 22u30 aan in ons backpackers
waar het dagelijkse feestje van de nachtbrakers al begonnen is. We drinken een
glaasje mee in de hoop goed te kunnen slapen, maar zonder succes.