maandag 30 september 2013

De Tempels van BAGAN (22-24 Sep 13)

Simpel ontbijtje op balkon gekregen en met de nodige bussen water en fototoestel op zoek met huurfietsen naar de tempels van Bagan.   Prachtig, de een al mooier dan de ander, maar ongelooflijk warm!  Op de middag gezellig restaurantje gezocht, lekker gegeten en verder gefietst.  Maar het was echt niet te doen, de hitte werd echt ondraaglijk ( de “locals” en hun honden nemen ook allemaal een siësta), en we besloten om ook maar plekje in de schaduw te zoeken en een beetje te chillen op bankje aan de Ananda-pagode.


Rond 16hr terug onze stalen ros op en verder gefietst, zonsondergang gezien en terug naar het hotel gefietst.  Stikkapot en nat van het zweet aangekomen in het hotel.  Zalige airco en een koude douche, dat kan goed doen!  Iets gaan eten in een betere zaak en tijd voor ons bed. 

Dag 2 idem dito, met de fiets “Of the beaten track” tussen de rijstvelden op zoek naar alweer een paar tempels. Maar helaas, pindakaas, Boeddha was niet met ons en zowel Els als ikzelf werden die dag getroffen door een lekke band. Dan maar naar de plaatselijke fietsenmaker, na de tweede tempel rechts en dan rechtdoor tot de vierde tempel en dan…

Maar we sloten toch de dag in schoonheid af door boven op de Dhamma-yan-gy Tempel te genieten van het uitzicht met zonsondergang. De baksteen-bruine ruïnes in een veld van fluorescerend groene rijstvelden maakten op ons een onvergetelijke indruk.



Onze derde tempeldag (24 Sep) beperkten we ons tot een aantal “highlights” die nog op ons verlanglijstje stonden. Met onze favoriet, de Su-la-na-ni Pahto.


Maar ook deze...euh, wat was de naam nu ook weer? 


Na de middag geven we er de brui aan, genoeg tempels, en we namen een frisse duik in ons zwembad. Nu ja, het zwembad van een naburig hotel, want 180$ voor een nachtje is ver boven ons budget. Dus wat doe je dan, je betaald 5$ voor het gebruik van het zwembad met jacuzzi in een poepchique hotel en fietst nadien vrolijk terug naar je “low-budget” kamertje..


Boottocht naar BAGAN (21 Sep 13)

Na een overheerlijk uitgebreid ontbijtbuffet vertrokken we met de taxi naar de vertreksteiger (Jetty) waar onze "rivercruiser" op ons lag te wachten in de ochtendschemering.



Het was best wel een mooi schip en we genoten de tocht met een boekje op het dek terwijl het landschap en het dagelijks leven op z'n Birmees (of Myanmarees) aan ons voorbijging en langzaam voeren we stroomafwaarts richting Bagan.


Ondanks dat we op het water zaten werd het toch wel weer heel erg warm.  Niet normaal hier!
Na 9 uur varen aangekomen zagen we de eerste tempels van Bagan in het avondlicht aan de oevers opdoemen.


Met een Jeep-taxi naar ons reeds geboekt logement.  Dit vervoermiddel hadden we tot nu toe nog niet gehad. Beetje bekomen, pizza gaan eten bij ‘’lokale’’ Italiaan die blij was van eens volk te zien ( geen bloeiende zaak precies).  Was getrouwd met Russische, had eerst een zaak gehad in Rusland , maar dacht het gat in de markt gevonden te hebben in Myanmar ….

vrijdag 27 september 2013

Road to MANDALAY (19-20 Sep)

De Fransen besloten om de volgende dag samen met ons de trein te nemen tot Thazi.  De trein is een echt avontuur met een hoog Indiana Jones gehalte.


Die is hier heel traag en ik denk ook niet echt veilig. Maar de Birmezen hebben er alle vertrouwen in en trakteerden ons onderweg met allerlei lekkers.  De trein rijdt amper 20km per uur, de wagons waggelen echt van links naar rechts (vering?) of op en neer (net alsof je op paard zit), stopt heel vaak (o.a. om elkaar te kruisen), maar de omgeving was super en daar deden we het voor.  Dit traject is nog door de Britten aangelegd (100 jaar oud) en de wagons zijn van Chinese makelij (minstens half zo oud …).


Eind goed al goed en na een 12 uur (voor een traject van 120km) geschokkel aangekomen in het reeds slapend stadje Thazi.  Gelukkig snel logementje gevonden in het Moon Light Guesthouse (wel heel primitief kamertje en douche/wc waren precies in de catacomben gelegen) wel zalig geslapen (ondanks de hitte).
Volgende dag hadden de Fransen briefje achtergelaten dat ze al vertrokken waren.  Na een ontbijtje (ei en vettige pannekoeken en groene Chinese thee) met pick-up naar busstation voor bus naar Mandalay.  Na 3 uur daar aangekomen en met taxi eerst langs bureautje voor kaartjes voor boot tot Bagan en dan een super-chique hotel gevonden gelegen vlak aan de Irrawaddyrivier (alwaar ook de Irrawaddydolfijn zou zitten, maar niet dit seizoen).  Prachtige kamer, mooi dakterras en een zwembad.


Genoten van al deze luxe.  Wel hebben we twee keer een kleine aardbeving gevoeld, toch wel even schrikken, maar dat komt hier wel vaker voor volgens het internet… In de achterbuurt van het hotel op straat gegeten en genoten van onze zalige kamer (ondanks de schokken)…

donderdag 26 september 2013

Bezoek aan het INLE LAKE (15-18 Sep 13)

Onze eerste dag beperkten we ons tot het verkennen van de omgeving van het hotel en het levendig stadje met een leuk marktpleintje en een aantal eetstalletjes. Het dorpje Nayngshe leeft duidelijk van het toerisme, je kan dan ook op elke hoek van de straat fietsen huren, een boottocht boeken of je inschrijven voor een trekkingtocht in de bergen. Zelf boekten we voor morgen (16 Sep) een dagtocht op het meer.
Na een heerlijk ontbijt gepakt en gezakt met onze schipper op weg .  Heel jammer maar het begint te miezeren, poncho aan en we zetten onze tocht verder.  Langs kanaal het meer op.  Staat er toch wel bij het binnenvaren van het meer zo’n “beenroeier”, vissers van de Intha-stam, die op een typische manier hun boot voortbewegen, met visfuik te demonstreren hoe het moet ….  Toeval zeker??


Als hij na zijn circusoptreden geld vraagt weten we dat ze hier niets aan het toeval overlaten.  We vervolgen onze tocht (ondertussen in de gietende regen). Eerste stopplaats aan de markt van Indein met allerlei typische souveniertjes(yiha)


en een aantal verwoeste stupa’s, dan langs soort zilversmid (met shop), verder langs aantal vrouwen met lange nekken (met shop),


weverij (met shop) om uiteindelijk tussen de drijvende tuinen te belanden (deze keer zonder shop).


Onze laatste halte was in het klooster van Ngahpe Kyaung, een teakhouten klooster op palen uit het midden van de 19de eeuw. Het is ook bekend als het ‘klooster van de springende katten’. Monniken trainen hier katten
om op commando door een hoepel te springen. Maar de katten lagen allemaal voor pampas . Waarschijnlijk springen ze alleen van blijdschap bij het geven van een gulle donatie aan de monnikken…


Ondertussen was gelukkig de zon er terug, en we zagen ook nog de echte beenroeiers aan het werk.


Tijdens het terugvaren was het terug poncho aan geblazen en kwamen we terug als verzopen kiekens.


De volgende dag (17 Sep) hebben we 2 fietsen gehuurd en gingen we voor een toerke langs het meer.
Eerste stopplaats was het bezoek aan een wijnproeverij (Red Mountain Estate) in handen van een Duitser. 4 soorten wijn geproefd dewelke best lekker waren.


Terug de fiets op en plotseling was er geen weg meer , enkel modder , dan maar met de fiets aan de hand de modder door, sappig want het is soort klei.  Gelukkig was er verderop een winkeltje en het uitbaatstertje had tobbe water klaarstaan voor de voeten te wassen.  Daar iets gedronken en aan de klap geraakt met Frans koppel dat op La Réunion woont.  De hele dag samen verder gefietst, langs mooie Stupa met bijhorend klooster (dat hoog op een berg lag = afzien in deze hitte, wel mooi uitzicht), gegeten in restaurantje gelegen op het water en dan overgestoken met fiets in boot naar andere kant van het meer. Pittig tochtje daar er veel wind stond.


Aan de overkant aangekomen , gestopt aan de Hot Springs (soort warmwaterbron), beetke bekomen in het warme water en terug verder op weg.



 Het werd al langer hoe donkerder en wat te verwachten was, verloren gereden (wegwijzers of verlichting op de baan kenne ze hier nog niet).  Op hele drukke baan beland met veel trucks en bussen en wolle zonder licht op onze fietskes.  Daarom maar wijselijk besloten van een taxi te bestellen (ook niet zo simpel maar uiteindelijk behulpzaam famillieke gevonden die we met de nodige gebarentaal duidelijk hebben kunnen maken wat we wilde).  Snapte het eerst niet, want in hun ogen is het toch normaal van in den donkere te fietsen zonder licht op weg met veel zwaar verkeer en de nodige putten….. Taxi aangekomen, achterbank plat, fietsen erin, Pascal erbij op zijne zijkant, ik vanvoor (met moeite gordel gevonden) en een chauffeur aan het stuur die duidelijk teveel bedelnoten achter de kiezen had, want die voelde zich precies Schummi (alias Schumacher ).  Maar eind goed al goed, fietsen afgeleverd in de gietende regen, iets gegeten en eindelijk naar het hotel.
Dit was me het daggetje wel pff
Woensdagmorgen, 18 Sep, de dag begonnen met een typisch Myanmarees ontbijt (Mohinga, soort soep met noedels en visbrood), fotokes uitgewisseld met Fransen, kaartjes gepost en een Birmaanse massage ondergaan.  Was wel een belevenis, je wordt helemaal gekneed en ze komen boven op je staan.  Niet echt ontspannend maar hierdoor zouden er een heleboel toxische stoffen uit je lijf gaan….
’ s Avonds Indisch gaan eten met de Fransen.

Bezoek aan BAGO (14 Sep 13)

Door de aanpassing in ons programma hebben we de voormiddag om Bago te verkennen met gids en tuktuk-chauffeur.


We lieten ons 3 uur lang gidsen langs diverse bezienswaardigheden van de stad en betaalden daarvoor 20.000ks.
Onze eerste halte was perfect getimed. Om 10u30 is het verzamelen geblazen voor het middagmaal in het Monnikkenklooster. Achthonderd monnikken wandelden als lemmings op een eindeloos lange rij richting refter, er komt gewoon geen einde aan deze mensenketting.


Deze kloosterlingen leven van donaties. Toen wij er waren was er een rijke Thai familie die een donatie deed en rijst en ander eten bedeelde, maar ook geld toestopte. Als bedanking mochten ze mee aan tafel met de opper-monnik.
Vanaf daar reden we verder naar de Shwemawdaw-pagode, met haar 104 meter de hoogste van Azië. Met onze tuk-tuk ging het verder naar de ‘Liggende Boeddha van Shwethalyaung’. Deze Boeddha is meer dan 55 meter lang en 16 meter hoog! Hij heeft mooie kolossale voetzolen, versierd met mozaïek en spiegeltjes. Diene leeft echt wel op grote voet, pfff…


Als laatste bezochten we de Kyaikpun Paya (Pagode), gebouwd in 1476 door koning Dhammazedi. Hij bestaat uit vier zittende Boeddha’s van elk 30 meter hoog die met hun ruggen tegen een grote vierkante pilaar zitten.

Om 15u00 vertrokken we met de nachtbus richting SHWENYAUNG – NYAWNGSHWE-INLE LAKE.
Onze hoteluitbater zorgde ervoor dat de bus aan ons hotel stopte en weg waren we, deze keer gelukkig met een airco-bus. Na een rit door de donkere nacht, want straatverlichting is zo goed als onbestaande, werden we twaalf uur later uit de bus gezet in SCHENYAUNG. Het was toen 04u00 's ochtends.
We deelden een taxirit van een half uurtje met een Japanse toeriste die ook op dezelfde plaats, maar met een vorige bus was gedropt.
Om 05u00 zagen we eindelijk onze kamer in het Remember Inn Hotel (een naam om nooit te vergeten). Dat bleek achteraf een goede keuze te zijn, het beste logement tot nu toe in Myanmar en met een super ontbijt op het dakterras van het hotel met een prachtig uitzicht over de bergen in de omgeving.

woensdag 18 september 2013

Bezoek aan de Gouden Rots Pagode (13 Sep 13)


Vroeg uit de veren, 06u00, want ochtendstond brengt goud…in dit geval niet in de mond maar een hele rots vol ervan boven op een berg. Reden genoeg om onze bergschoenen aan te trekken voor een beklimming naar de top. Voldoende water in de drinkbus en de poncho in de rugzak,  je weet maar nooit, het is hier nog altijd regenseizoen.  Op 5 minuten wandelen van ons slaaphokje is het “truck-station” waar de vrachtwagens met zitbankjes in de laadbak vertrekken. We wachten daar een uurtje tot de truck tjokvol is, want..eerder gebeurd niks. Het valt ons op dat de andere toeristen op flip-flops rondlopen, gaan die zo de berg op vragen we ons af??
Samen met een groepje Singaporezen en een Israëlisch koppel, waarvan de man in zijn vorig leven volgens mij Myanmarees is geweest, want hij wist alles beter. Geloven Joden ook in reïncarnatie? Boedhisten in elk geval wel.
Nog even betalen, 2500ks, dit is 1000ks meer dan in onze reisgids vermeld staat, maar ja, alles evolueert hier zo snel, en ons boekje is ook al van 2011. De Israëli zei dat het goed was, en we betaalden allemaal braaf het bedrag aan de nors kijkende en zeer onvriendelijke ticket verkoper (maar dan zonder ticket). Het was per slot van rekening helemaal tot aan de top, dus geen uurtje klimmen meer en het was ook nog eens heen en terug, volgens “mister smart guy”.
Onze truck overmeesterde de steile berghelling en ondertussen babbelde we met de Singaporezen over “God en Klein Pierke” in het vloeiend Singaporees. Gelukkig voor ons is dat Engels.
Het was net zo gezellig toen onze truck hortend en stotend en volledig buiten adem bleef stilstaan midden op de weg. De cabine van de truck klapte open en we zagen voor ons de indrukwekkende Nissan Diesel uit het motorruim opdoemen. Na een kwartiertje bleek deze rijstkoker er definitief de brui aan te geven, maar niet getreurd, redding was in zicht. Een andere truck van dezelfde makelij zou ons nog “over the top” brengen.
En ik moet toegeven, we werden niet teleurgesteld. Na de obligatoire 6$ “Admission fee” hadden we het zicht van de Gorilla’s in Uganda (maar daar komen we later): mist dus! 


Maar de weergoden, of in ons geval Boedha, was met ons en langzaam verdwenen de laatste wolkensluiers en hadden we onbeperkt zicht op de bovenop een bergrichel balancerende en met bladgoud bedekte rotsstoepa. Het uitzicht op de omgeving op een hoogte van 1200m was adembenemend.



Alleen de mannen mogen echt tot bij de Gouden Rots zelf en ook aanraken of een poging wagen om de rots naar beneden duwen is toegestaan.
Misschien zijn ze bang dat de vrouwen al het goud van de rots krabben met hun lange nagels om er nadien een “schoon bijouke” van te maken? Boedha mag het weten.
Nadat we het nodige fotomateriaal hadden verzamelt ging het terug bergaf met de truck (gelukkig alleen letterlijk) en de zwaartekracht hielp natuurlijk ook een handje mee.
Klein detail, toch nog even langs de kassa om opnieuw 2500ks te incasseren. Oh wat was het ineens stil in Israel…
In de namiddag vertrokken we nog met pick-up en bus terug naar Bago.

We sliepen er in het Myandar Hotel voor 18$  en hebben kamer met airco, badkamer en een ontbijt.
Na lang overleg besloten we de nachtbus naar Swenyaung te boeken (via ons hotel) i.p.v. de duurdere en tragere trein overdag. Zo konden we 1 dag langer aan het Inle meer verblijven. De bus vertrok om 15u00 in Bago en kwam de volgende morgen rond 04u00 aan op onze bestemming. Er stond ons een lange nacht voor de boeg...


zondag 15 september 2013

Van Yangon naar Kyaityo en verder naar Kinpun (12 Sep 13)

Om 07u30 staan we paraat met pak en zak en wachten op onze taxi,…, en wachten, en wachten, maar geen taxi te bespeuren. We besluiten dan maar een taxi te laten regelen door ons hotel en vijf minuten later hebben we een ritje voor 8000ks. Sneller en goedkoper dus, zo zie je maar, een plan B is altijd handig. Na een rit van een 45 minuten door Yangon vertrekken we om 09u00 met de bus vanaf Hsmmalaik Bus Station naar Kyaitiyo via Bago. Daar wacht onze volgende verrassing. De door ons gereserveerde “coach” was eerder een aftandse bus zonder airco, maar gelukkig met arko (alle ramen kunnen open). De realiteit was ook hier anders dan de mooie foto’s en beloftes. Dit is Myanmar. En dan ook nog de naam van de busmaatschappij, “WIN EXPRESS”. Voor ons was het eerder “LOSE EXPRESS”, want een gewone lijnbus in België stopt minder dan deze zogenaamde expressbus…
Na 5 uur rijden zijn we overtuigd van de kwaltiteit en als blijk van appreciatie voor de busfirma, maar eigenlijk door gebrek aan concurrentie,  boeken we in Kyaiktiyo een busticket terug richting Bago voor de volgende dag.

Na lang wachten springen we achterop in de pick-up truck voor nog een half uurtje tot Kinpun, aan de voet van de Gouden Rots. Tja, zo’n pick-up vertrekt pas als hij tjokvol zit met mensen, rijst, zakken, dozen,..maar we hadden geluk, op onze rit zaten er geen geiten, kippen of varkens. Onderweg stapte ook het neefje van de uitbater van ons logement op (toevallig) en duwt ons een foldertje in de hand van de guesthouse…we kijken bedenkelijk naar elkaar maar besluiten toch om op het aanbod van het glimlachende jongetje met rode tandjes van de kauwnoten en een hoedje “Vietnam Style” in te gaan.

Accommodatie aan de voet van de berg in het Pann Myo Thu Inn. We pikken er voor 1 nachtje de goedkoopste kamer uit en betalen 8$ met ontbijt voor een slaaphok van 2x3m met ventilator. De douche en het Franse toilet zijn gemeenschappelijk, maar we zijn de enige gasten en hebben deze topaccommodatie helemaal van ons, joepie!

Yangon - Hoofdstad van Myanmar (10 - 11 Sep 13)

Gelukkig blijkt onze Lonely Planet reisgids al achterhaald ten opzichte van de huidige situatie in Myanmar. Sinds 2012 is er blijkbaar een ware (r)evolutie gebeurd op het vlak van internet en het opheffen van beperkingen in gebruik. De internetverbinding is wel heel traag, waardoor foto's uploaden niet kan, maar die houden we jullie tegoed.
Dus we kunnen jullie, voorlopig,  vanuit de hoofdstad, toch nog op de hoogte brengen van onze reiservaringen.
Na een gemoedelijke vlucht van een uurtje zijn we aangekomen op de luchthaven van Yangon, op zo'n 25 km van het stadscentrum. Een taxichauffeur koos ons om met hem mee te rijden, en dankzij zijn goede kennis van het Engels kregen we onderweg al heel wat informatie over stad en land, en zijn familiale situatie. Na 5 dagen Bangkok viel het ons wel op hoe vriendelijk de mensen hier zijn, echt tof. 
Maar de donkere steegjes van de onbekende stad gaven ons niet dat cosy gevoel dat we van Thailand kenden.  Ook het wegdek en voetpad met gaten en putten was uitkijken geblazen bij onze dagelijkse zoektocht naar een eetstalletje. Het rochelen en spuwen van rode betelnoten op de grond is voor ons ook wel wennen, toch een beetje een cultuurshock.

De volgende morgen hebben we een wandeltocht gemaakt door het oude stadsgedeelte met als centraal punt de Sule-pagode. Volgens de legendes is deze pagode meer dan 2000 jaar oud, maar wel meerdere malen gerestaureerd en herbouwd. De centrale stoepa van 46 meter hoogte zou een haar van Boeddha bevatten, maar ondertussen weten we dat dit in elke stoepa zo is. Nu ja, liever daar dan in mijn eten of in de boter...
In het oude stadscentrum staan ook nog heel wat koloniale gebouwen vanuit de tijd dat de Britten hier de scepter zwaaiden. Veel van deze gebouwen zijn mooi gerestaureerd, andere wachten nog op een opknapbeurt of staan in de stelling.
We neusden even rond  in het chique koloniale hotel ‘The Strand’, het is prachtig vernieuwd in de originele stijl.  
In de namiddag bezochten we de wereldberoemde Shwedagon-pagode. 



De 98 meter hoge en met bladgoud bedekte pagode is voor boeddhisten de heiligste plaats in Myanmar. We zaten er heerlijk uit te puffen in de schaduw en te genieten van het uitzicht en  al gauw werden we aangesproken door een paar monniken. Dat waren best wel grappige kerels en we lachten heel wat af.


Vandaag, 11 Sep 13, vroeg uit bed (0500hr) voor een boottocht naar Twante, althans, dat was de planning. 
We werden aan de verkeerde aanlegsteiger afgezet door perfect Birmees sprekende taxichauffeur...en achteraf bleek ook dat op woensdag geen veerboot naar Twante vaart.
Dus, flexibel zoals we zijn, namen we de "Big Boat" naar de overkant van de rivier en vertrokken we vanuit Dhalla naar Twante met een minder idyllisch minibusje. Maar eerst nog eventjes snel ontbijten in een gezellige zaak...


Pannekoeken in suikermelk op z'n Indisch. Soppen is verplicht.

Twante staat bekend voor zijn pottenbakkers en wij Belgen zijn pottenpakkers, het klikte dus meteen en 2 lokale Hells Angels, ttz brommermannekes namen ons achterop en gidsten ons langs rijstvelden, pagodes met slangen en hongerige vissen, weefgetouwen en potten tot we er genoeg van hadden en hen bedankten voor bewezen diensten met de nodige lokale Kyats.



Na een “powernap” in de late namiddag nog eventjes Chinezen om de hoek, we logeren niet voor niks in China Town en dat was het weer voor vandaag.
Na een “powernap” in de late namiddag nog eventjes Chinezen om de hoek, we logeren niet voor niks in China Town en dat was het weer voor vandaag.

Morgen reizen we door met de bus naar de gouden Rots via Bago, een reisdag van 160 km met een reistijd van 5uur….vlotjes hé?






Pascal