zondag 20 juli 2014

FISH RIVER CANYON – SESRIEM (16-17 Jul 14)

Vandaag is het ook weer kilometers vreten geblazen. Het landschap is dan ook zo desolaat, dat als je je ogen eventjes sluit onderweg, je eigenlijk niet zo veel gemist hebt. Af en toe zien we wel een struisvogel, een bergzebra of een oryx voorbijlopen. Deze laatste is een grotere antiloopsoort die zich perfect heeft aangepast aan het leven in de woestijn. Ook de bergzebra is een nieuwe diersoort die we kunnen toevoegen aan als lijstje van “gezien”.

Bergzebra's

Onyx


Onze middaglunch nemen we onder een boom waar een kolonie wevervogels in wonen. Deze mooie vogeltjes maken een enorm groot nest van takjes en grassprietjes en weven dit alles tot één groot nest waar ze elk hun eigen ingang toe hebben.

Kolonie Wevers


De namiddag gebruiken we nog om verder te rijden naar Sesriem waar we rond 16u00 aankomen en er net buiten het Nationale Park van Sossusvlei kamperen. We blijven hier twee nachten staan, wat een luxe, we hoeven het tentje eens niet af te breken in alle vroegte zoals we tot nu toe hebben gedaan.

Struisvogels in de Namibische woestijn
Maar dit wil niet zeggen dat we uitslapen. We zijn dan ook al om 07u30 de volgende morgen op pad om de rode duinen van de Sossusvlei eens van naderbij te bekijken. Het is nog frisjes als we aan de beklimming van “Dune 45” beginnen. 





Deze duin steekt zo’n 170m boven de parking uit en al snel krijgen we het warm als we bij elke stap die we zetten een stukje terug naar beneden schuiven, het lijkt wel de Processie van Echternach. Maar onze inspanning wordt weer ruimschoots beloond door het uitzicht dat we hebben op de top. 


Naar beneden gaat het dan ook heel wat vlotter. We zetten onze weg verder naar de Sossusvlei waar onze vrachtwagen niet meer verder kan door het mulle zand. We stappen dan ook in kleinere terreinwagens die ons 5 km verder droppen in de vlei, vallei dus. Vanaf dit punt gaat het alleen te voet verder met een gids tot in de “Death Valley”. Deze dodenvallei is waarschijnlijk de meest gefotografeerde plaats in Namibië. De combinatie van staalblauwe lucht, rode duinen met een witte vallei en zwarte bomen levert natuurlijk de nodige kiekjes op.

Deadvlei



Door deze vallei liep ooit een rivier, maar door de oprukkende duinen werd de toevoer van water afgesneden. De 900 jaar oude, bijna versteende acaciabomen zijn de stille getuigen van wat ooit een groene oase is geweest. De zon staat op haar hoogste punt als we de terugtocht aanvatten. Toch wel raar zo’n woestijn, ’s nachts bibber je bijna uit je tent en overdag loop je je kapot te zweten.

Voor de terreinwagen


We maken nog een laatste stop bij de Sesriem Canyon voor we terug naar ons kamp rijden. In deze kloof kun je afdalen en na een korte wandeling ontdekken we zelfs een paar plasjes water in deze kurkdroge omgeving. 


Sesriem Canyon

Het is bijna 15u00 als we gedaan hebben met lunchen en een uurtje later helpen we de kok al terug bij het klaarmaken van het avondmaal. We beginnen met een “Butternut “ soepje, lijkt wel een beetje op pompoensoep en de worteltjes en aardappelen smaken lekker bij een stukje mals onyx-antiloop. Zo gaat dat in Afrika, gisteren voor de eerst keer gespot, vandaag geproefd op het bord.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten