maandag 10 maart 2014

ALICE SPRINGS , The Red Centre (25 Feb – 01 Mar 14)

Rond de middag landen we op de luchthaven van Alice Springs, het is aangenaam warm, met een temperatuur van 34°C,  als we het gebouw verlaten en met de Airport Shuttle naar “The Alice” rijden, zoals de Aussies dit stadje noemen.  Ons Motel Elkira is centraal gelegen en we wandelen er in de namiddag een beetje rond. Het stadje is met 26.000 inwoners de grootste nederzetting van centraal Australië, een behoorlijk desolaat gebied dus. Veel is er dan ook niet te beleven op een paar kunstgalerijen  met aboriginal art en een museum van de “Flying Docters” na.
Op aanraden van het motel gaan we uit eten in het Overlanders Steakhouse. We zijn er niet de enige toeristen want deze plaats is bekend voor zijn Bushmeat. We krijgen er een Belgisch vlaggetje op tafel, wel grappig, zo zie je vanwaar de andere toeristen komen die aan het tafelen zijn. Zelf eten we er een Tucker’s Plate, met krokodil, emu, kameel en kangoeroevlees. Els skipt voor het Skippy-vlees.
Terug in de kamer  treffen we de voorbereidingen voor onze 5-daagse trip in the outback.

Dag 1: Uluru

’s Morgens om 06u00 staan we al weer op de stoep te wachten op onze truck. Netjes op tijd stapt Kate uit het voertuig en we laden onze bagage in. Nog even een paar andere oppikken en met z’n 17 zijn we klaar voor de lange rit. We beginnen de eerste dag al direct met de hoofdattractie van onze trip, Uluru, ook wel bekend als Ayers Rock. Maar om daar te geraken moeten we wel nog eventjes 400 km overbruggen. Gelukkig nemen we de Stuart Highway, de hoofdweg tussen noord en zuid Australië, dwars door het binnenland. We zijn nu 1500 km van Adelaide in het zuiden, vanwaar we gevlogen zijn en 1600 Km van Darwin, waar onze rondreis in Australië is begonnen, ondertussen al bijna 2 maanden geleden.

Op deze snelweg mag op sommige stukken 130km/u gereden worden, maar er is maar 1 rijstrook per richting. Onze 4x4 vrachtwagen rijdt niet zo snel en we doen ook de nodige tussenstops. De eerste is bij een “Camelstation” Stuarts Wall. Hier kan je een ritje maken op een kameel. Misschien wat ongewoon, maar er leven een paar honderdduizend van deze dieren in het binnenland. Ze werden door de kolonisten naar hier gebracht omdat ze het beste vervoermiddel en transportmiddel waren in een woestijnachtige omgeving. Door de komst van de trein dwars door het binnenland werden ze overbodig, maar ze kweekten rustig verder tot een populatie van 1 miljoen dieren. Toen werd het tijd om in te grijpen want ze graasden de volledige vegetatie weg.

Verder lag er ook nog een Dingo aan de ketting die er niet zo gezond en happy uitzag, toch wel zielig.
We reden verder naar een Roadhouse met Art Gallery in Mount Eboneza waar aboriginal kunst werd verkocht, wel mooi maar een beetje te groot voor onze bagage.
Bij Curtain Springs onze derde stop was er mogelijkheid om nog wat inkopen te doen en het voertuig te tanken.  De benzinestations in de outback liggen soms 250 km van elkaar verwijderd, dus kun je maar beter voltanken waar het kan.
Tegen het middaguur kwamen we uiteindelijk aan op ons kampeerterrein, bestaande uit een aantal grote tenten met bedjes, een keukengedeelte en een kampvuur. Iets verderop was er dan een groot sanitair gebouw met elektriciteit, maar waar wij logeerden was er geen stroom.
In de namiddag bezochten we het Uluru – Kata Tjuta National Park met cultureel centrum. Ook  hier staat alles in het teken van de aboriginals, we bevinden ons immers op hun grondgebied, dat ze sinds 1994 officieel hebben teruggekregen van de “Europeanen”.
Uluru is dan ook UNESCO werelderfgoed, niet alleen om zijn natuurlijke schoonheid maar ook om zijn culturele waarden.

Uluru Rock

We doen er nadien natuurlijk ook nog een wandeling rond een stuk van de rots en luisteren aandachtig naar Kate die ons verteld over de aboriginal verhalen die verbonden zijn met de rots, want dit is voor de oerbewoners van Australië een heilige plek. Ze vragen dan ook uit respect voor hun cultuur om de berg niet te beklimmen en sommige mythische plaatsen mogen ook niet gefotografeerd worden. Respect krijg je sowieso bij het zien van deze machtige berg.


We keren terug naar ons kamp en nadat we ons hebben geïnstalleerd in ons bivak is het tijd voor een aperitief. We wandelen naar een nabijgelegen uitkijkpunt waar we kunnen genieten van de zonsondergang bij een glaasje bubbels en een hapje. Een mooie afsluiter van onze eerste dag.

Dag 2:  Kata Tjuta (26 Feb 14)

Uitslapen is er ook vandaag niet bij, dus om 04u30 staan we op en hebben we ontbijt in het licht van onze zaklampen. Miljoenen sterren en volledige melkwegstelsels zijn te zien aan de hemel, prachtig.
We rijden naar het uitkijkpunt bekend als "het circus", hier komen dagelijks honderden toeristen naar de zonsondergang kijken, maar ik heb de indruk dat ze nu, om 6 uur nog liggen te slapen, want we zijn zowat de enige die hier de zonsopgang komen zien, beetje tegendraads, maar we zijn ook geen kuddedieren hé.


We rijden verder naar de 50 km verder gelegen rotsformatie van Kata Tjuta, dit is geen monoliet zoals Uluru maar een geheel van 38 afzonderlijk rotsen met de meest bizarre vormen. We trekken de stapschoenen aan voor een pittige wandeling van 7,4 km door de Valley of the Winds. 

Goanna (Varaan)

We zijn nog niet goed opgewarmd of een steile helling doemt voor ons op. Hijgend als een vermoeide kamelen komen we boven aan, maar onze inspanning wordt beloond met een adembenemend zicht op de omgeving. 

Kata Tjuta
Er is geen wolkje aan de lucht, en de blauwe hemel, de rode rotsen en de groene vegetatie zorgen ervoor dat je continu aan het fotograferen bent, toch opletten met de losliggende stenen op het wandelpad.

Ghost Gum Tree
Na deze 3,5 uur durende wandeling rijden we naar, een andere, kamelenranch. We gooien er de BBQ aan en smullen van de zelfgemaakte hamburgers en worstjes.
In de namiddag is het tijd om uit te rusten, we moeten immers weer 400 km overbruggen naar onze volgende bezienswaardigheid. Tijd voor een siësta in de truck dus, voor wie dit kan tenminste, want de wegen liggen er niet altijd even goed bij.
Bij Curtain Springs, een bekende stopplaats van de eerste dag kopen we een flesje Bundaberg en een Magnum ijsje, je vindt alles in de outback, alleen is het heel wat duurder dan in de steden.
Nog even een korte foto stop bij Mount  Conner, een imposante tafelberg, en we rijden door naar Kings Creek Station. 

Mount Conner 

Hier kamperen we in een echte bushcamping. Een paar tenten rond het kampvuur, geen stroom, geen gas en natuurlijk geen netwerk of wifi. Netwerk heb je alleen in Alice Springs maar daarbuiten moet je het redden met een telefooncel of een satelliettelefoon voor noodgevallen.

Bush-WC
Bush-douche

Er is één toilet en vijftig meter verder één douche beide gemaakt uit golfplaten en zonder deur maar wel met een mooi uitzicht, voor diegene die op de pot zit natuurlijk!
We kruipen ook vandaag weer vroeg in de slaapzak. Het is nu al meer dan een week dat we voor 06u00 opstaan, pff.










Dag 3: Kings Canyon, Wartarka National Park (27 Feb 14)




We starten in de vroege ochtend voor een 7,4 km lange wandeling, “The Rim Walk. Deze wandeling begint met een stevige klim en loopt rond de eigenlijke kloof. 
Lost City

Daarna loopt het pad door een doolhof van zandstenen koepels, die The Lost City worden genoemd. 

Kings Canyon

Garden of Eden
Ongeveer halfweg dalen we in een met palmen begroeide kloof af en komen er in “The Garden of Eden”, waar we uitrusten en met een appeltje genieten van het uitzicht. Een klein kikkertje schijnt hier ook te wonen. Rond 10u30 zijn we terug bij de truck.
Na de lunch beginnen we aan een stuk onverharde weg van ongeveer 200 km, dit is de Mereenie Loop.  Ineens gaat Kate vol op de rem, een paar vurige Broony’s, wilde paarden, steken plots de weg over. 
Broony's















Onderweg zien we in de verte ook nog een kudde wilde kamelen. 

Kudd wilde kamelen


We stoppen aan de lookout van Gossans Blood, vanaf dit punt hebben we een prachtig zicht op de Thonkala-krater, veroorzaakt door een meteorietinslag.


Kikker in Garden of Eden
Na de lange rit komen we  aan bij Glen Helen en springen nog even in de Finke rivier voor een verfrissend zwemmerke. Terug in de bewoonde wereld, op onze camping in het Glen Helen Resort is er zelfs stroom om onze batterijen van de camera op te laden, de GSM opladen hoeft niet, hier is toch geen verbinding. Er is wel een bar en na het avondeten gaan we samen gezellig een pint drinken om al het rode stof van vandaag door te spoelen.  Santé.

Kloof van Kings Canyon



Dag 4: West McDonells, Ormiston Gorge (28 Feb 14)

Een gedeelte van de groep had een 3-daagse trip geboekt, dus blijven we maar met 9 achter. Het is direct ook veel gezelliger met een kleine groep. Vandaag doen we het rustiger aan en we wandelen maar 1,5 u  door de Ormiston Gorge. 

Ormiston Gorge

Aan de overkant van de kloof spotten we een paar Rockwalabi’s, die zoals de
naam al doet vermoeden zich het best thuis voelen in bergachtige gebieden. We waden een stukje door de rivier en rusten uit na de wandeling op een klein strandje aan de oever. Tijd om te zwemmen natuurlijk!

Ormiston Gorge
We rijden vervolgens naar Ochre Pits. Oker was vroeger een dure handelswaar. Dit is de enige plaats in Australië waar oker in drie tinten (wit, geel en het zeldzame bruin) uit de wand kunnen worden gekapt. De aboriginals maakten er gebruik van om hun muurschilderingen te maken.

Ochre Pits
Tijd voor een picknick aan Ellery Creek Big Hole. Dit is de grootste waterpoel in de omgeving en is prachtig gelegen tussen twee steile bergwanden. We blijven er de hele namiddag luieren en zwemmen. 

Ellery Creek

Tegen 4 uur is het al weer tijd om afscheid te nemen van 6 andere medereizigers, waaronder Marjan en Bram, een Belgisch koppel die dezelfde tocht hadden geboekt via Aussie Tours. We blijven nog met z’n drieën over, en Kate natuurlijk. Het lijkt wel het liedje van 10 kleine negers.
Samen met Chris, een sympathieke Canadees rijden we verder. We rijden nu echt over een zeer slecht stuk onverharde we, over smalle paadjes en door uitgedroogde rivierbeddingen. We houden even halt bij Owen Springs, een oude nederzetting van de eerste "farmers" in deze regio.

Owen Springs

Onderweg zien we twee Dingo’s lopen. 

 2 Dingo's

Na twee uur komen we aan op onze laatste overnachtingsplaats. Geen camping meer, alleen een kampvuur, vier swags (Australische slaapzakken), een bushtoilet. Dit is geen 5-sterren hotel, maar eentje van een miljoen sterren als we ’s nachts onder de blote hemel in onze slaapzak naar boven kijken.

Outback camping

Koken doet Kate gewoon op het kampvuur, en het was heel lekker. Trouwens, onze buren wonen 20 km verderop, geen overlast dus

Dag 5: Aboriginal Loi (1 Mar 14)

Waarom moeten we nu zo vroeg uit onze “swag”, 5 uur opstaan, een paar druppels water in ons nog slapende gezicht en zonder ontbijt vertrekken we naar Oak Valley. We zitten nu vooraan in de truck en zien de outback voor de laatste keer wakker worden. We bevinden ons op een enorm uitgestrekt privé terrein. 

Oak Valley

Om de paar kilometer is er een hek dat onze doorgang verspert. Als we uiteindelijk aankomen is het tijd voor een ontbijt en, eindelijk, koffie! Maar om 8 uur hebben we een afspraak met Loi, die hier op   de farm met haar familie woont. Loi is een Aboriginal vrouw van middelbare leeftijd en zal proberen om ons de komende uren wegwijs te maken in de cultuur van de Aboriginal bevolking. Deze oerbewoners van Australië leven reeds meer dan 20.000 jaar op dit continent. Hun levenswijze verschilt in alle opzichten van wat wij de westerse “beschaving” noemen. Niet te verwonderen dat deze mensen niet passen in de westerse samenleving die hun 200 jaar geleden werd opgedrongen. Veel problemen dus, maar zonder pasklare oplossing. We krijgen van haar ook nog een rondleiding op terrein en ze toont ons verschillende planten met een geneeskrachtige werking, een bushapotheek dus. Ze brengt ons ook nog naar een bijzondere plaats waar muurschilderingen van haar voorvaderen zijn aangebracht, duizenden jaren geleden. 

Loi bij de muurschilderingen

Ook zien we nog een paar kangoeoroe’s en een rockwallaby, schattig.

Rockwallaby

We nemen afscheid van Loi en zetten koers naar Alice Springs, in de late namiddag zijn we terug aan ons motel, na een vermoeiende, maar prachtige toer. We zijn weer een ervaring rijker.

’s Avonds eten we bij Monte’s, een lokale eettent en we praten samen met Chris na over ons bijzondere avontuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten